Zoals bij veel zaken rond de eurocrisis, lijdt ook de discussie over
euro-obligaties onder de neiging tot extreme simplificatie.
"Ik zie niet hoe je de echte problemen kunt oplossen met eurobonds. Ik
denk juist dat de problemen alleen maar versterken omdat ontspoorde
lidstaten dan niet meer zo goed op hun financiën hoeven te letten",
citeerde persbureau ANP
ABN Amro-topman en oud-minister Gerrit Zalm, vrijdagmiddag 25 november op de
Dag van de Belegger in Amsterdam.
Uit een peiling
van de Duitse televisiezender ZDF bleek vrijdag ook dat een grote
meerderheid van de Duitse bevolking tegen gemeenschappelijke euro-obligaties
is.
Waarom is wel duidelijk: als eurolanden simpelweg gezamenlijk staatsschulden
gaan uitgeven via een Europese instantie tegen een gemeenschappelijke rente,
kunnen zwakkere eurolanden meeliften op de kredietwaardigheid van Duitsland
en Nederland. Die dreigen dan relatief duur uit te zijn, als er alleen een
gemiddeld rentetarief wordt gehanteerd voor gezamenlijke euroschulden.
Bovendien valt de druk op Italië, Griekenland en Spanje om te hervormen en
te bezuinigen weg.
Boonstra-obligatie
Op de site Vox
zet Oxford-econoom John Muellbauer vrijdag echter uiteen, dat er een sterk
alternatief is: de conditionele euro-obligatie. Die is vóór de komst
van de euro al uitgedacht door hoofdeconoom Wim
Boonstra van de Rabobank. Boonstra stelde eerder dit jaar overigens in
zijn column in het Financieele Dagblad dat hij euro-obligaties nooit als een
crisisinstrument heeft gezien.
Econoom Muellbauer meent niettemin dat een variant op de Boonstra-bond
momenteel de beste optie is om uit de impasse te geraken die het
voortbestaan van de eurozone bedreigt.
Escalatie Italië en Spanje
Cruciaal bij de jongste ontwikkelingen van de eurocrisis is dat Duitsland
weigert om de problemen rond de oplopende rentes van Italië en Spanje met
een 'bazooka' aan te pakken. Dat wil zeggen: meer geld steken in vergroting
van het Europese noodfonds, of de inzet van de Europese Centrale Bank (ECB)
voor het onbeperkt opkopen van staatsschulden van Italië en Spanje.
Bondskanselier Angela Merkel wil eerst spijkerharde zekerheden dat zuidelijke
eurolanden zich permanent binden aan een stricter begrotingsbeleid.
Intussen neemt de onrust op obligatiemarkten wel met de dag toe.
Internationale financiers beginnen Italiaans en Spaans schuldpapier steeds
meer te wantrouwen. En afgelopen woensdag en donderdag liep zelfs de rente
voor Duitse staatsleningen licht op.
Leenrentes van rond de 7 procent voor Spanje en Italië zijn op de langere
termijn onhoudbaar. En ook België komt op termijn in de problemen met een
leenrente van meer dan 5 procent.
Volgens econoom Muellbauer bieden conditionele euro-obligaties een uitweg uit
deze impasse.
Duitsland leent aan Italië
De eerst stap kan eenvoudig zijn: het Duitse ministerie van Financiën
schrijft rechtstreeks een lening uit aan Italië met een looptijd van twee
jaar, tegen een rente die drie procent boven de Duitse leenrente ligt. Als
de Italiaanse regering zich netjes gedraagt, hanteren de Duitsers bij een
volgende lening aan Italië een iets lagere opslag van 2,5 procent. Doen de
Italianen niet hun best om de schuldenlast aan te pakken en te hervormen,
dan rekent Duitsland bij een volgende lening een rente-opslag van 3,5
procent. Enzovoorts.
Op deze manier wordt het probleem van de korte-termijnfinanciering van Italië
aangepakt. Maar tegelijk, zo schetst Muellbauer, houdt Duitsland controle
over zijn financiën. Er is geen sprake van een 'Transfer Unie', maar van
controleerbare prikkels.
Als dit werkt en financiële markten kalmeren, kan hetzelfde mechanisme na
enige tijd worden uitgebreid tot een embryonale euro-obligatie. Eurolanden
geven dan gezamenlijk schuldpapier uit, maar werken met een intern
verrekeningsmechanisme waarbij zwakkere eurolanden beloond en gestraft
worden met lagere of hogere rente-opslagen, al naar gelang hun fiscale
prestaties. Daarmee zijn Duitsland en Nederland niet duurder uit.
Merkel wil niet
De Duitse bondskanselier Merkel gaf donderdag
24 november aan dat ze vooralsnog een andere route kiest: het forceren
van een verdragswijziging die strenge fiscale regels voor de eurolanden
stevig moet verankeren. Grote vraag is of dat geregeld kan worden, vóórdat
de rentepaniek rond diverse eurolanden compleet uit de hand loopt.
Vrijdagmiddag 25 november liep de druk verder op: de marktrente voor
Italiaanse staatsobligaties met een looptijd van twee jaar steeg tot een recordniveau
van 7,82 procent. De euro zakte bijna één procent ten opzichte van de
dollar, tot een niveau van 1,3231 dollar per euro.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl